Lipoedeem of obesitas?

Wat een vetverdelingsstoornis en overgewicht met elkaar te maken hebben

 

Veel patiënten met lipoedeem worden aan heftige vooroordelen blootgesteld: ze zouden niet gezond eten, te weinig bewegen en zichzelf laten gaan.

Deze stereotypen zijn in de meeste gevallen niet waar, omdat lipoedeem een chronische vetverdelingsstoornis is waarvoor de patiënten niet verantwoordelijk zijn. Niettemin kunnen lipoedeem en obesitas elkaar versterken. Meer dan 50% van de lipoedeem-patiënten in Nederland hebben ook obesitas.

 

Obesitas en de gevaren

Onder obesitas - ook wel adipositas genoemd - wordt een sterk, ziekelijk overgewicht verstaan, dat vaak aan de hand van de Body-Mass Index (BMI) vastgesteld wordt. Deze BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilogram te delen door de lengte in meters in het kwadraat. Voorbeeld: iemand weegt 75 kg. en heeft een lengte van 1,80 mtr. Dan is de BMI: 75/(1,80 x 1,80) = 75/3,24 = 23,1. Een prima waarde. Volgens een definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt degene met een BMI van meer dan 30 kg/m2 als zwaarlijvig beschouwd. Omdat de BMI echter geen uitspraak doet over de vraag of de lichaamsmassa uit vet of spieren bestaat, is de kritiek op deze methode soms luid. Daarom worden ook andere factoren zoals bijvoorbeeld de middelomtrek of de verhouding tussen taille- en heupomtrek (de zogenaamde waist-to-hip-ratio, WHR) gebruikt voor obesitasdiagnostiek.

Obesitas kan verschillende ernstige gevolgen hebben, zoals: hoge bloeddruk (hypertensie), leververvetting of diabetes mellitus. Ook een rughernia als gevolg van overbelasting kan het gevolg zijn.

 

Blutdruck
Hoge bloeddruk – een van de mogelijke gevolgen van obesitas

 

Obesitas verergert lipoedeem

Obesitas en lipoedeem zijn twee aandoeningen die vaak samen voorkomen. Het is moeilijk om te weten of obesitas een risicofactor is voor het ontwikkelen van- of juist een gevolg is van lipoedeem. Bij vergevorderd lipoedeem zijn er uitpuilende vetlobules aan de binnenzijde van de knie die het normale gangpatroon van de patiënt verstoren. Daardoor gaan de patiënten vaak minder bewegen, wat een belangrijke risicofactor is voor de ontwikkeling van obesitas. 

Andere redenen waarom lipoedeempatiënten minder gaan bewegen zijn het schaamtegevoel, het ongemak, de pijn en/of de huidirritatie. Vele patiënten hebben vaak al meerdere pogingen ondernomen om gewicht te verliezen via dieet en/of lichaamsbeweging. Omdat deze pogingen meestal niet het gewenste effect hebben op hun lichaamscontouren, voelen heel wat patiënten zich moedeloos en zijn van mening dat gewichtstoename toch niet te stoppen is. Hier begint de duivelse vicieuze cirkel: velen verliezen de moed om vol te houden en letten niet langer op hun gewicht en een gezonde voeding.

Ze krijgen overgewicht. Het overgewicht door het extra vetweefsel belast het gehele lichaam en uiteindelijk ook het lymfatische systeem. Daarom is obesitas in de meeste gevallen ook de oorzaak als zich secundair lymfoedeem ontwikkelt en de mengvorm lipolymfoedeem ontstaat.

 

Verschillen - Niet alles dat op obesitas lijkt, is ook obesitas

Vooral in de vroege stadia zijn lipoedeem en obesitas moeilijk van elkaar te onderscheiden. Bij een zuiver lipoedeem zijn de verhoudingen tussen het bovenlichaam en de benen of heupen extreem verschillend: de vettoename is vooral bij de benen, heupen en billen te zien. Het bovenlichaam blijft in de meeste gevallen grotendeels slank. Bij patiënten met obesitas daarentegen vindt het overgewicht overal in het lichaam plaats. Meer uitgebreide informatie over de aaandoening obesitas kunt u hier vinden. 

De oorzaak van lipoedeem is niet bekend. Wel staat vast dat erfelijke factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van deze aandoening, in die zin dat vaak ook andere vrouwelijke familieleden getroffen worden. Maar de belangrijkste onderscheidscriterium zijn de klachten: lipoedeem patiënten krijgen zeer snel blauwe plekken (hematomen) en ervaren sterke druk- en aanraakpijn, terwijl patiënten met overgewicht maar zonder lipoedeem meestal vrij van symptomen zijn.
 

 

Lipödem Stadien
Bij lipoedeem wordt de vettoename vooral bij de benen, heupen en billen gezien. Er zijn vier fasen om te onderscheiden

 

Wat kunnen getroffenen doen?

Lipoedeem en obesitas hebben één ding gemeen: beide zijn een chronische aandoening. Degene die eraan lijdt, heeft hulp en de juiste therapie nodig.

In zelfhulpgroepen kunnen getroffenen niet alleen waardevolle contacten leggen, maar ook elkaar ondersteunen en motiveren. Lipoedeem-zelfhulpgroepen spreken vaak ook lymfoedeempatiënten aan. Informatie over deze aandoeningen is te vinden bij de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). De NVDV is de beroepsvereniging van de Nederlandse dermatologen, en dus geen patiëntenvereniging. Maar natuurlijk heeft zij ook een publiek doel, namelijk om mensen te informeren over het voorkomen van- en de achtergronden achter huidaandoeningen. Dit doet zij door uitgifte van publicaties, folders, maar ook via haar website. Dé patiëntenorganisatie voor mensen met lymfoedeem en lipoedeem in Nederland is NLNet (Nederlands Netwerk voor Lymfoedeem & Lipoedeem) . Zij is ook via de social media te bereiken.


Om lipoedeem oorzakelijk te behandelen, helpt alleen een liposuctie, waarbij de zieke vetcellen verwijderd worden. Dit mag echter alleen bij patiënten met een normaal gewicht worden verricht. Daarom moet allereerst het overgewicht door adipositas verminderd worden. Een verandering in voeding, sportieve lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl kan niet alleen de symptomen van lipoedeem verminderen, maar ook helpen gewicht te verliezen of te normaliseren.

Als conservatieve therapie wordt meestal de complexe fysische ontstuwingstherapie ingezet om het oedeem af te remmen en de klachten te verminderen. Het bestaat uit handmatige lymfedrainage, compressietherapie, bewegingstherapie en zelfmanagement.

 

Een verandering in het eetpatroon kan helpen lipoedeem te verminderen en een normaal gewicht te bereiken

 

 


Dit zou u ook kunnen interesseren: