Botbreuk

Wat is een gebroken bot?

 

Het menselijk skelet telt meer dan 200 botten. Sommigen van hen, zoals het dunne maar lange bovenarm bot (humerus), breken gemakkelijker dan andere. Een botbreuk (fractuur) treedt meestal op wanneer de belasting op een bot plotseling te groot wordt als gevolg van een ongeluk, een val of een stoot. Bij een fractuur wordt een bot in twee of meer verschillende fragmenten verdeeld. Bovendien kunnen botdelen verschoven raken.

Langdurige belasting, bijvoorbeeld bij overmatige inspanning door excessief sporten, kan tot botbreuken leiden. In dit geval spreekt men van een vermoeidheidsfractuur, ook wel stressfractuur genoemd. Een voorbeeld hiervan is de marsfractuur. Dit is een typische overbelastingsfractuur die zich voordoet in een van de vijf middenvoetsbeenderen. Vooral hardlopers, lange afstand wandelaars en natuurlijk militairen zijn vatbaar voor deze blessure.

 

Wat maakt een botfractuur gemakkelijker? Waardoor treden botfracturen op?

Onze botten bestaan uit een mengsel van water, organisch materiaal zoals bot- en kraakbeencellen en verschillende anorganische zouten. De verhouding van deze stoffen in de botsubstantie verandert in de loop van ons leven. Bij kinderen overheerst het aandeel van elastische, organische componenten.

Bij een ongeval ‘knakken’ de botten van kinderen in plaats van te breken, wat met de term ‘Greenstick Fracture’ aangeduid wordt. Dus figuurlijk vergelijkbaar met een groene jonge tak of twijg die maar moeilijk te breken is, maar in plaats daarvan wel knakt. Een gedroogde tak is echter broos en breekt glad door. De botten van een volwassene bevatten een uitgebalanceerde verhouding van niet-elastische en elastische stoffen in de botsubstantie. Met het klimmen van de leeftijd overheerst de hoeveelheid mineralen steeds meer, waardoor de botten makkelijker breken. Zelfs bij kleine valpartijen.

Als er bepaalde factoren aanwezig zijn, kan het risico op botfracturen toenemen. Bij botontkalking (osteoporose) neemt de dichtheid van de botstructuur af. De kleine gaatjes in de botstructuur worden groter en groter. Onder de microscoop lijkt het bot dan op een spons. Met dit botverlies verliezen onze botten hun stabiliteit. Osteoporose is vaak een symptoom van veroudering, en komt vooral voor bij vrouwen na de menopauze. Maar osteoporose kan ook bij jongeren voorkomen. Daarnaast kunnen ook tumoren het bot aantasten en de structuur ervan verzwakken. 
Niet alleen ziekten kunnen het optreden van fracturen bevorderen. Met de toenemende leeftijd neemt ook de kans op fracturen toe. Zo heeft bijvoorbeeld een 70-jarige vijf keer meer kans op een botfractuur dan een 20-jarige.

 

Nog net goed gegaan - vallen is een veelvoorkomende oorzaak van botfracturen.
Nog net goed gegaan - vallen is een veelvoorkomende oorzaak van botfracturen.

Hoe verloopt de genezing van een botfractuur?

De genezing van een gebroken bot wordt in vijf verschillende fasen verdeeld. De breukfase (1) verwijst naar het korte moment van de fractuur van het bot tot en met de vorming van een bloeduitstorting (hematoom) in de fractuur. Dit hematoom wordt gevormd door het uit de beschadigde bloedvaatjes getreden bloed. Buiten de fractuur wordt het hematoom door het gevoelige beenvlies (periost) begrensd. Vandaar dat de fractuur veel pijn oplevert. In de twee- tot drie dagen durende ontstekingsfase (2a), ingaande onmiddellijk na de fractuur, begint het lichaam meer bloedvaten te ontwikkelen om het getroffen gebied zo goed mogelijk van nieuwe bouwstenen te voorzien.

In de daaropvolgende granulatiefase (2b) verhardt de bloeduitstorting in de fractuur met behulp van granulatieweefsel onder vorming van een zogenaamde "callus"; een nieuwe, zachte verbinding tussen de fragmenten van het bot. De interne callus vormt zich tussen de beide botuiteinden en de externe callus vormt een soort manchet rond de fractuur. Deze fase wordt daarom ook wel aangeduid als de fase van de callusvorming.
 

 

De verschillende stadia in het herstel van een botfractuur

 

Na de granulatiefase, die na drie tot vier weken is voltooid, volgt de fase van de callus verharding (3). De callus, de eerder zachte, sponsachtige botverbinding, wordt door het afzetten van mineralen (mineralisatie) gehard. Gedurende de laatste fase, de remodelleringsfase (4), wordt het bot weer in zijn oorspronkelijke staat gemodelleerd, wordt het sponsachtige bot door compact bot vervangen en wordt een gedeelte van de interne callus verwijderd ten gunste van de mergholte.

De genezing van de fractuur is op dit punt voltooid. Door dit geavanceerde proces in ons lichaam kan een botbreuk in de meeste gevallen met voldoende ondersteuning van buitenaf door gips, spalk of bandage/orthese gelijkmatig en zonder problemen genezen.

 


De volgende producten kunnen verlichting bieden: